Illustrator Kim de Jong over kinderboeken illustreren
Al jaren maakt Kim de Jong de mooiste illustraties. Ze kan duizend woorden in een plaatje vatten. Ik ben fan van haar stijl. Ze heeft mijn allereerste boek Avonturen in Boekenatlas geïllustreerd en ook mijn derde boek Red de elementen. Hoog tijd om Kim te vragen voor een interview.
Kim, jij lijkt me iemand die al van jongs af aan tekent. Klopt dat?
‘Nee. Ik ben ongeveer zeven jaar geleden begonnen met tekenen. Ik had een gedicht geschreven dat ging over een gordijn. Aan mijn oudste zoon vroeg ik om een tekening te maken. Hij zei dat hij dat wel wilde doen, “maar dan teken ik een stoel”. Ik vertelde dat een stoel niet zou gaan, want het gedicht ging over een gordijn. Het zou dus beter zijn als dat op de tekening kwam. “Nee,” zei mijn zoon. “Ik teken een stoel en geen gordijn.” Voor mij de reden om zelf het potlood te pakken. Ik vond het direct leuk om te doen. Sindsdien maak ik illustraties.’
Was er een drempel om te beginnen met tekenen en vroeg je daarom in eerste instantie je zoon?
‘Ik tekende nooit! Eigenlijk wist ik niet dat ik het leuk vond. Als kind was ik wel bezig met knutselen en toneelspelen. Ik kon makkelijk iets bedenken. Maar tekenen deed ik niet veel.’
‘Ik tekende nooit! Eigenlijk wist ik niet dat ik het leuk vond.’
Hoe reageerde je omgeving op je eerste tekeningen?
‘Mensen waren enthousiast. Dat stimuleerde mij om te blijven tekenen. Ik maakte ook nog meer gedichtjes, ditmaal over vergeten groenten. Dit zijn groenten die vroeger veel werden gegeten, maar nu minder bekend zijn. Bij ieder gedicht heb ik een illustratie gemaakt. Uiteindelijk werd het een boek.’
‘Voor mij voelt tekenen niet als werken. Het is gewoon fijn om te doen.’
Als ik het goed begrijp, heb je geen opleidingen gevolgd?
‘Toen het idee ontstond om een kinderboek te maken, heb ik wel een cursus gevolgd. Ik wilde weten hoe je een prentenboek maakt. En verder is tekenen vooral een leerproces. Je wordt beter door veel te tekenen. Veel uren maken, veel proberen. En dan ontwikkel je ook je eigen stijl.’
Zou je nog een opleiding willen volgen?
‘Nee, daar ben ik te eigenwijs voor. Ik merk dat ik heel graag teken wat ik wíl tekenen. De theorie leren leidt mij misschien weer af van wat ik wil maken. Tijdens een opleiding leer je de technieken. Maar technieken alleen geven je nog geen eigen signatuur; daarmee bedoel ik dat mensen in je werk herkennen dat jij het hebt gemaakt. Nu heb ik vanaf het begin mijn eigen pad gevolgd.’
Bestel Red de elementen nu!
In het boek Red de elementen lees je elf verhalen over klimaatverandering. Ga mee op avontuur en lees over Water, Vuur, Aarde en Lucht. Het is een hoopvol boek, dat vooral laat zien hoe mooi de aarde is.
De naam van je bedrijf is ‘Fijn dat je er bent’. Is dat met een reden?
‘Voordat ik ging tekenen volgde ik een cursus kindercoaching. Uiteindelijk was het doel om een coachingspraktijk te beginnen. De website had ik al gemaakt, maar het coachen paste toch niet bij mij. Toen heb ik de naam gehouden voor wat ik nu doe.’
‘Ik doe graag projecten waar ik blij van word en die iets toevoegen om de wereld mooier te maken.’
Wat teken je graag?
‘Het liefst kindertekeningen, met veel kleur.’
Hoe zou je je stijl omschrijven?
‘Ik heb wel de behoefte om de ander te zien. In mijn tekeningen stop ik veel liefde. Maar ik wil ook de wereld een beetje mooier maken. Ik teken graag vrolijke illustraties. Liefst voor kinderen, en dan in kleur. Via mijn tekeningen wil ik veel vrolijkheid meegeven.’
Hoe is het om in opdracht te tekenen?
‘Het is fijn om te doen als het past binnen mijn stijl. Ik vind het dan heerlijk om te tekenen.
Als iemand vraagt om een hond na te tekenen – nee, dat is niet mijn kwaliteit. Ik zou dat niet doen. Ik ben wel een fantasietekenaar. Vaak heeft iemand al een manuscript. Dat is wel fijn, want het verhaal is noodzaak. En als ik het verhaal lees, krijg ik daar beelden bij. Van daaruit associeer ik verder.’
Hoe vind je het dat er soms beperkingen zijn? Ik stel me zo voor dat de opdrachtgever soms iets anders wil dan jij als kunstenaar?
‘Ja. Ik heb wel mijn eigen ideeën. Als in het verhaal staat dat het een blauw petje is en ik heb een rode getekend, dan vind ik dat logisch om het aan te passen. Maar als iemand inhoudelijk een totaal ander beeld erbij heeft, dan wordt het wel lastig. Ik vind het fijn om als tekenaar vrijheid te hebben.’
Hoe heb je dat ervaren bij het maakproces van Red de elementen?
‘Jij geeft mij veel vrijheid. Jij weet ook hoe een creatief brein werkt: dat je tot de beste creaties komt als je vrij voelt in je hoofd. Ik vind het fijn dat het illustreren míjn proces blijft. Natuurlijk hebben we regelmatig contact, maar jij geeft mij veel ruimte om de tekeningen te maken zoals ik die zelf wil.
Het is niet zo dat jij voorschrijft hoe ieder poppetje er exact uit moet zien. De opdracht is breed.’
Wat vond je het leukste om te tekenen uit het boek Red de elementen?
‘In het verhaal De wildernis heb je de jongetjes Vik en Lex. Vik weet niets van de natuur en Lex juist heel veel. Ik teken graag kinderen. De jongens zijn op avontuur. En de een is aan het ontdekken en de ander helpt. Ik kon veel beweging in die tekeningen kwijt.’
Hoe kwam je tot deze tekening?
‘Na het lezen van het manuscript had jij suggesties gedaan voor tekeningen. In het verhaal De wildernis was het idee om een hutje te tekenen. Daar was ik aan begonnen, maar het voelde niet goed. In mijn hoofd kreeg ik de tekening maar niet rond. Jij had aangegeven dat ik ook iets anders mocht maken. En zo is de bananenboom ontstaan.’
Gaat tekenen altijd vanzelf?
‘Nee, soms gaat het moeizaam. Het is een proces. Soms wil je een hutje tekenen en lukt het even niet. Dan is het fijn als je het met elkaar daarover kunt hebben. Andere tekeningen staan zó op papier. Daar hoef je dan niets meer aan te doen.
Ik heb wel geleerd dat een creatief proces niet altijd snel gaat. Vaak is het een zoektocht. Dan komt er een moment waarop ik denk: en nu? Ik hang de tekeningen dan op in mijn tekenkamer en kijk er van een afstandje naar. Vaak heb ik dan een paar uur later de oplossing gevonden. Ik spreek dan wel met mezelf af dat ik er bijvoorbeeld de volgende dag weer aan ga werken. Want als ik over de drempel heen ben, komt het vanzelf weer.’
Heb je vaste momenten dat je tekent?
‘Ik plan wel vaste momenten. Bij een opdracht vind ik het fijn om een einddatum te hebben. In mijn geval zou ik anders nog twee jaar bezig kunnen zijn met dezelfde tekeningen. Er valt altijd wel weer iets te verbeteren. Vaste momenten helpen ook om een definitieve versie te maken.’
Heb je nog dromen?
‘Goeie vraag! Ik doe graag projecten waar ik blij van word en die iets toevoegen om de wereld mooier te maken. Ik heb nu geen behoefte om een boek te schrijven. Wat niet is, kan nog komen. Ik hou heel erg van vrijheid om zonder werkdruk iets te maken. Gewoon doen waar ik zin in heb.
Voor mij voelt tekenen niet als werken. Het is gewoon fijn om te doen.’
Wil jij Kim haar werk zien? Kijk dan eens op haar website, maar je kunt natuurlijk ook het boek Red de elementen lezen!